ECLI:NL:CRVB:2009:BI3570
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. Bolt
- H. Bedee
- P.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en medische grondslag
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellant, die in hoger beroep is gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Almelo. De Centrale Raad van Beroep heeft op 29 april 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellant. Appellant had zijn uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ingetrokken gezien de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid van minder dan 15%. Het Uwv had de uitkering herzien naar een mate van 15 tot 25% na bezwaar van appellant. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, wat appellant niet kon accepteren.
In hoger beroep heeft appellant zijn onvrede geuit over de medische beoordeling en de functies die hem zijn voorgehouden. De Raad heeft vastgesteld dat appellant in hoger beroep geen nieuwe objectieve medische gegevens heeft ingediend die zijn stelling ondersteunen dat er aanleiding was voor verdergaande beperkingen. De Raad heeft de medische en arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit onderschreven en geconcludeerd dat de functies die aan appellant zijn voorgehouden binnen zijn vastgestelde belastbaarheid blijven, inclusief de beperking voor het werken met gevaarlijke machines.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met H. Bolt als voorzitter en H. Bedee en P.J. Jansen als leden, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier M.A. van Amerongen.