ECLI:NL:CRVB:2009:BI3101
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van voorzieningen op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1937 en erkend als vervolgde in de zin van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Dit besluit, gedateerd 28 december 2007, weigerde de aanvraag van appellante voor voorzieningen, waaronder de aanschaf van een auto met automaat en medische kosten in verband met osteoporose. De Raad heeft op 29 april 2009 uitspraak gedaan.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante psychische klachten heeft die verband houden met haar vervolging, maar dat haar fysieke klachten, zoals osteoporose, niet in causaal verband staan met deze vervolging. De Raad heeft de argumenten van appellante, die stelde dat haar osteoporose het gevolg was van ondervoeding in haar kindertijd, niet overtuigend geacht. De Raad heeft daarbij verwezen naar algemeen aanvaarde medische inzichten over de gevolgen van ondervoeding en de ontwikkeling van de skeletconditie.
Tijdens de zitting op 19 maart 2009 was appellante aanwezig, terwijl verweerster werd vertegenwoordigd door A.T.M. Vroom-van Berkel. De Raad heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was dat appellante door haar psychische klachten niet in staat was om gebruik te maken van openbaar vervoer of taxi, en dat er geen medische noodzaak was voor de gevraagde voorzieningen. De Raad heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard en de weigering van verweerster om de voorzieningen te verstrekken, in stand gelaten.
De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier K. Moaddine.