ECLI:NL:CRVB:2009:BI3090
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep, gaat het om een verzet dat door de erven van [Betrokkene] is ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 18 december 2008. In die uitspraak werd het beroep van appellanten tegen een besluit van de Raadskamer Wetten Buitengewoon Pensioen van de Pensioen- en Uitkeringsraad niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. De appellanten, wonende in het Verenigd Koninkrijk, hadden hun beroepschrift te laat ingediend, namelijk op 25 maart 2008, terwijl zij op 1 april 2008 bij de Raad waren ontvangen. De termijn voor het indienen van het beroep was dertien weken na kennisgeving van het besluit, dat op 21 december 2007 was genomen. De Raad oordeelde dat appellanten redelijkerwijs in verzuim waren en dat er geen aanleiding was om de niet-ontvankelijkheid van het beroep te heroverwegen. Tijdens de zitting op 14 april 2009 zijn de appellanten niet verschenen, en ook de verweerster was niet vertegenwoordigd. De Raad heeft het verzet ongegrond verklaard en geen kosten toegewezen. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, op 6 mei 2009.