ECLI:NL:CRVB:2009:BH7534
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag voor uitkeringen op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 maart 2009 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag van appellant op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (WUBO). Appellant had beroep ingesteld tegen het besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat op 6 december 2007 was genomen. Dit besluit hield in dat appellant, hoewel hij was getroffen door oorlogsgeweld, geen aanspraak kon maken op uitkeringen omdat er geen blijvende invaliditeit was vastgesteld.
De Raad overwoog dat de deskundige niet voldoende motiveerde waarom de diagnose van appellant, die in maart 2007 was vastgesteld, nu anders zou moeten zijn. Appellant had psychische klachten ingediend, waaronder een PTSS, maar de Raad vond dat er onvoldoende medische onderbouwing was om deze klachten te relateren aan het oorlogsgeweld. De deskundigen van de verweerster stelden dat de schizofrenie van appellant een constitutionele aandoening was, die niet in verband kon worden gebracht met de oorlogsomstandigheden.
Tijdens de zitting op 29 januari 2009 was appellant aanwezig met zijn advocaat, terwijl de verweerster werd vertegenwoordigd door een medewerker van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De Raad concludeerde dat het bestreden besluit voldoende onderbouwd was en dat er geen aanleiding was voor nader onderzoek. Uiteindelijk werd het beroep van appellant ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten vergoed.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing gezamenlijk namen. De uitspraak werd openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.