ECLI:NL:CRVB:2009:BH6209
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond verklaard wegens termijnoverschrijding van het verschuldigde griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 maart 2009 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 3 december 2008. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 30 juni 2008, maar haar hoger beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellante heeft verzet aangetekend, stellende dat zij van 22 augustus tot en met 25 september 2008 in het buitenland verbleef en na haar terugkeer niet in staat was om de binnengekomen correspondentie tijdig te verwerken. Daarnaast voerde zij aan dat een computerstoring bij haar bank de betaling had vertraagd.
De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante niet in verzuim had mogen zijn. Het griffierecht was pas op 22 oktober 2008 bijgeschreven, terwijl de betaling uiterlijk op 20 oktober 2008 had moeten plaatsvinden. De Raad concludeerde dat appellante, indien zij de brief van de Raad van 22 september 2008 kort na haar terugkeer had geopend, in staat was geweest om tijdig te betalen. De Raad heeft daarom het verzet ongegrond verklaard en zag geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten van het verzet.
De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van M.B. de Gooijer als griffier, en is openbaar uitgesproken op 9 maart 2009.