ECLI:NL:CRVB:2009:BH6201
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond verklaard wegens termijnoverschrijding van het verschuldigde griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 maart 2009 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 21 oktober 2008. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 24 april 2008, maar dit hoger beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. De Raad had vastgesteld dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken was bijgeschreven op de rekening van de Raad of ter griffie was gestort. Appellant heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing, maar de Raad oordeelde dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding was. De argumenten van appellant, waaronder de vertraging in de ontvangst van de brief door zijn bewindvoerder, werden niet als voldoende geacht om de termijnoverschrijding te rechtvaardigen. De Raad benadrukte dat de wet dwingend voorschrijft dat een niet-ontvankelijk verklaring volgt bij onverschoonbare termijnoverschrijding. De uitspraak van de Raad werd in het openbaar gedaan, waarbij de griffier M.B. de Gooijer aanwezig was. De Raad heeft geen aanleiding gezien om appellant in de kosten van het verzet te veroordelen.