ECLI:NL:CRVB:2009:BH4759

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
4 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-5925 WSF-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdigheid van het hoger beroepschrift en verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 maart 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 26 augustus 2008. De Raad had eerder, op 12 december 2008, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. Appellant, vertegenwoordigd door S., heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak. De Raad heeft vastgesteld dat niet alle faxjournaals van de betrokken secties beschikbaar zijn, waardoor niet kan worden nagegaan of het faxbericht van appellant op 2 oktober 2008 om 1.34 uur is ontvangen. Aangezien er een stuk is ingediend dat aannemelijk maakt dat het faxbericht wel degelijk is verzonden, heeft de Raad besloten dat appellant het voordeel van de twijfel moet krijgen. De termijn voor het indienen van het hoger beroepschrift eindigde op 7 oktober 2008, wat betekent dat het beroep tijdig is ingediend. Het verzet is gegrond verklaard, waardoor de eerdere uitspraak van 12 december 2008 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen kosten van appellant vastgesteld die voor een veroordeling in de proceskosten in aanmerking komen.

Uitspraak

08/5925 WSF-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 26 augustus 2008, 08/617 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep
Datum uitspraak: 4 maart 2009
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 12 december 2008 heeft de Raad het namens appellant door [S.], wonende te [woonplaats], ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 12 december 2008 heeft [S.] namens appellant verzet gedaan.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 12 december 2008 berust op de overwegingen dat het hoger-beroepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
Naar aanleiding van hetgeen namens appellant in verzet naar voren is gebracht, is binnen de Raad een nader onderzoek ingesteld. Daarbij is vastgesteld dat niet van alle - drie - de secties binnen de Raad de faxjournaals van oktober 2008 nog beschikbaar zijn. Dit betekent dat niet (meer) kan worden nagegaan of op 2 oktober 2008, om 1.34 uur, bij de Raad een faxbericht van [S.] is ontvangen. Nu namens appellant een stuk in het geding is gebracht op grond waarvan ten minste aannemelijk kan worden geacht dat op die datum en op dat tijdstip een dergelijk faxbericht aan de Raad is verzonden, dient appellant het voordeel van de twijfel te krijgen. Aangezien de termijn voor het indienen van een hoger-beroepschrift eindigde op 7 oktober 2008, moet er daarom van worden uitgegaan dat wel tijdig een hoger-beroepschrift is ingediend.
In die omstandigheden dient het verzet gegrond te worden verklaard.
Dit betekent dat de uitspraak van de Raad van 12 december 2008 vervalt en dat het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Van kosten van appellant waarop een veroordeling in de proceskosten van het verzet betrekking kan hebben, is de Raad niet gebleken.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons. De beslissing is, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 4 maart 2009.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) R.L. Rijnen.
KR