ECLI:NL:CRVB:2009:BH4756
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Gegrond verklaring verzet wegens verschoonbare termijnoverschrijding bij betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 maart 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De zaak betreft een verzet tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 10 december 2008, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard omdat appellant het verschuldigde griffierecht niet tijdig had betaald. De Raad oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was.
Appellant, vertegenwoordigd door mr. M.A. Koot, heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak. In het verzet werd aangevoerd dat de termijnoverschrijding wel verschoonbaar was. De Raad heeft de stukken van het verzetschrift bekeken en vastgesteld dat appellant de acceptgiro, die op naam van mr. Koot was gesteld, tijdig had opgestuurd naar de Postbank. Echter, door een fout in het invullen van het rekeningnummer op de acceptgiro, correspondeerden de naam en het rekeningnummer niet, wat leidde tot de terugzending van de betalingsopdracht door de bank.
Na de terugzending heeft appellant het griffierecht opnieuw overgemaakt. De Raad concludeerde dat de omstandigheden voldoende aanleiding gaven om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen. Hierdoor werd het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 10 december 2008 vervalt en het onderzoek in de zaak wordt voortgezet. De Raad heeft geen grond gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.