ECLI:NL:CRVB:2009:BH4431
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J.G. Treffers
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- A. Beuker-Tilstra
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verklaring van verzet wegens termijnoverschrijding griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 februari 2009 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad. Appellant, zonder vaste woon- of verblijfplaats, had verzet aangetekend tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep, dat was uitgesproken op 18 september 2008. De Raad had destijds geoordeeld dat het griffierecht niet tijdig was betaald. Appellant had de termijn voor betaling overschreden, aangezien het griffierecht pas op 29 juli 2008 op de bankrekening van de Raad was bijgeschreven, terwijl de deadline op 28 juli 2008 lag.
Appellant voerde in verzet aan dat de Raad hem in de veronderstelling had gebracht dat er geen griffierecht verschuldigd was, en dat de overschrijding van de betalingstermijn aan de Raad te wijten was. Hij verwees naar een eerdere uitspraak van de Raad van 16 oktober 2003 en een brief van de Raad van 6 juni 2008, waarin hij zou zijn geïnformeerd over de verval van de verschuldigdheid van het griffierecht. De Raad oordeelde echter dat de brief van 6 juni 2008 betrekking had op een andere zaak en dat de appellant zelf verantwoordelijk was voor zijn misvatting over de verschuldigdheid van het griffierecht.
De Raad concludeerde dat het verzet ongegrond was, omdat appellant niet had voldaan aan de gestelde termijn voor betaling van het griffierecht. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J.G. Treffers als voorzitter en G.P.A.M. Garvelink-Jonkers en A. Beuker-Tilstra als leden, en werd in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier P.W.J. Hospel.