ECLI:NL:CRVB:2009:BH4230
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- M.C.M. van Laar
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verklaring van verzet wegens overschrijding van het beroepstermijn in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 februari 2009 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar hoger beroep. De zaak betreft een geschil over de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) en de vraag of appellante tijdig hoger beroep heeft ingesteld. De rechtbank Roermond had op 10 oktober 2007 een uitspraak gedaan, waartegen appellante in hoger beroep wilde gaan. Echter, de Raad had eerder, op 15 februari 2008, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet binnen de gestelde termijn was ingediend.
Appellante heeft verzet aangetekend tegen deze niet-ontvankelijkverklaring, stellende dat zij door haar slechte gezondheid en moeilijke situatie niet in staat was om tijdig hoger beroep in te stellen. De Raad heeft echter geoordeeld dat er geen grond is voor het oordeel dat appellante redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt voor het verzuim. De Raad heeft overwogen dat appellante op de beroepstermijn van zes weken was gewezen en dat zij de mogelijkheid had om een voorlopig beroepschrift in te dienen ter bescherming van haar rechten.
Uiteindelijk heeft de Raad geconcludeerd dat het verzet ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door M.C.M. van Laar, in tegenwoordigheid van griffier E.M. de Bree, en is openbaar uitgesproken op 26 februari 2009.