ECLI:NL:CRVB:2009:BH3160

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/2041 WAO-(Vervallenverklaring) + 07/2042 WAO-(Vervallenverklaring)
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring van eerdere uitspraak in WAO-zaken

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 februari 2009 uitspraak gedaan over de vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van 31 juli 2007. De eerdere uitspraak betrof hoger beroep tegen de rechtbank Amsterdam, waarbij het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat bij de totstandkoming van de uitspraak van 31 juli 2007 een fundamenteel procedurevoorschrift is geschonden. Dit heeft geleid tot de beslissing om de eerdere uitspraak te vervallen te verklaren.

De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de voorgenomen vervallenverklaring. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Na de vervallenverklaring zal het onderzoek worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond.

Tevens is vastgesteld dat het griffierecht voor het hoger beroep tijdig is voldaan, wat bijdraagt aan de beslissing om de eerdere uitspraak te vervallen. Aangezien het griffierecht inmiddels aan appellant is terugbetaald, zal er opnieuw griffierecht worden geheven. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier B.C. Rog, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

07/2041 WAO-(Vervallenverklaring)
07/2042 WAO-(Vervallenverklaring)
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
tot vervallenverklaring van de uitspraak van de Raad van 31 juli 2007, 07/2041 WAO en 07/2042 WAO
Partijen:
1. [Appellant], wonende te [woonplaats], hierna: appellant;
2. de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
hierna: Uwv
Datum uitspraak: 16 februari 2009
I. PROCESVERLOOP
De Raad heeft vastgesteld dat bij de totstandkoming van zijn uitspraak van 31 juli 2007 een fundamenteel procedurevoorschrift is geschonden.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een vervallenverklaring van de uitspraak.
Het Uwv heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt.
II. OVERWEGINGEN
Uit de administratie van de Raad gebleken dat appellant het voor het ingestelde hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 maart 2007, 05/4671 en 05/4672, verschuldigde griffierecht wel tijdig heeft voldaan.
Dit betekent dat bij de totstandkoming van de uitspraak van 31 juli 2007, waarbij dit hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard, een fundamenteel procedurevoorschrift is geschonden. De Raad ziet hierin aanleiding die uitspraak vervallen te verklaren.
Na de vervallenverklaring van de uitspraak zal het onderzoek worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond. Omdat het betaalde griffierecht inmiddels door de Raad aan appellant is terugbetaald, zal opnieuw griffierecht worden geheven.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep:
Verklaart zijn uitspraak van 31 juli 2007, 07/2041 WAO en 07/2042 WAO, vervallen.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons. De beslissing is, in tegenwoordigheid van B.C. Rog als griffier, uitgesproken in het openbaar op 16 februari 2009.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) B.C. Rog.
CVG