ECLI:NL:CRVB:2009:BH0956
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 januari 2009 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 19 augustus 2008, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De zaak betreft een geschil tussen appellant en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen over de betaling van griffierecht in het kader van een aanvraag voor bijzondere bijstand. De rechtbank Groningen had op 3 januari 2008 een uitspraak gedaan in deze kwestie, waartegen appellant in hoger beroep ging.
De Raad oordeelde dat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was ontvangen, ondanks dat appellant eerder had verklaard de bijzondere bijstand te hebben ontvangen. De Raad concludeerde dat appellant niet in verzuim was geweest en dat er geen reden was om de eerdere uitspraak van 19 augustus 2008 te herzien. Tijdens de zitting op 25 november 2008 waren partijen niet verschenen, wat de behandeling van het verzet niet beïnvloedde.
De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier B.C. Rog, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.