ECLI:NL:CRVB:2009:BH0954
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake sociale zekerheidswetgeving
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 januari 2009 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 29 juli 2008, waarin het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk was verklaard. De zaak betreft een geschil tussen appellant en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 februari 2008. Appellant had zijn hoger beroepschrift niet tijdig ingediend, wat leidde tot de niet-ontvankelijk verklaring door de Raad.
Tijdens de zitting op 25 november 2008 was appellant aanwezig, terwijl het College niet verscheen. In zijn overwegingen benadrukte de Raad dat er geen bewijs was dat appellant niet in verzuim was geweest. Appellant voerde aan dat een faxbericht op 20 maart 2008 het hoger beroepschrift had ingediend, maar de Raad constateerde dat een van de bijlagen feitelijk was gedateerd op 31 maart 2008. Dit maakte het onwaarschijnlijk dat het hoger beroepschrift op de door appellant genoemde datum was ingediend.
De Raad concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier B.C. Rog, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.