ECLI:NL:CRVB:2009:BH0954

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
6 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/2002 WWB-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake sociale zekerheidswetgeving

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 januari 2009 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 29 juli 2008, waarin het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk was verklaard. De zaak betreft een geschil tussen appellant en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 februari 2008. Appellant had zijn hoger beroepschrift niet tijdig ingediend, wat leidde tot de niet-ontvankelijk verklaring door de Raad.

Tijdens de zitting op 25 november 2008 was appellant aanwezig, terwijl het College niet verscheen. In zijn overwegingen benadrukte de Raad dat er geen bewijs was dat appellant niet in verzuim was geweest. Appellant voerde aan dat een faxbericht op 20 maart 2008 het hoger beroepschrift had ingediend, maar de Raad constateerde dat een van de bijlagen feitelijk was gedateerd op 31 maart 2008. Dit maakte het onwaarschijnlijk dat het hoger beroepschrift op de door appellant genoemde datum was ingediend.

De Raad concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier B.C. Rog, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

08/2002 WWB -V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[appellant] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 februari 2008, 06/1560 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam (hierna: College)
Datum uitspraak: 6 januari 2009
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 29 juli 2008 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 29 juli 2008 heeft appellant verzet gedaan.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 november 2008. Appellant is verschenen. Het College is, met voorafgaand bericht, niet verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 29 juli 2008 berust op de overwegingen dat het hoger- beroepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet is gebleken dat de indiener niet in verzuim is geweest.
Hetgeen in verzet is aangevoerd brengt de Raad niet tot een ander oordeel. Aan het in de uitspraak van de Raad van 29 juli 2008 overwogene voegt de Raad thans nog toe dat een van de stukken die volgens de door het faxapparaat aangebrachte datum op 20 maart 2008 samen met het hoger-beroepschrift aan de Raad zou zijn gefaxt, feitelijk is gedateerd 31 maart 2008. Gelet op die vaststelling is het te minder aannemelijk dat, zoals appellant heeft betoogd, het hoger-beroepschrift daadwerkelijk bij faxbericht van 20 maart 2008 is ingediend.
Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de kosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons. De beslissing is, in tegenwoordigheid van B.C. Rog als griffier, uitgesproken in het openbaar op 6 januari 2009.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) B.C. Rog.
RB