ECLI:NL:CRVB:2009:BH0375
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzet wegens overschrijding van de verzetstermijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 januari 2009 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een verzet dat was ingediend door appellante, vertegenwoordigd door mr. S.C. Polkerman. Het verzet was gericht tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 6 juni 2008, waarin het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk was verklaard. De zaak betreft een geschil over de betaling van griffierechten, waarbij de Raad oordeelde dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken was bijgeschreven op de rekening van de Raad of ter griffie was gestort. Hierdoor was de termijn voor het indienen van een verzetschrift overschreden.
De Raad heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het verzetschrift aanving op 20 juni 2008 en eindigde op 31 juli 2008. Het verzetschrift was echter pas op 1 augustus 2008 ingediend, wat betekent dat de termijn was overschreden. Tijdens de zitting op 25 november 2008 heeft de gemachtigde van appellante erkend dat de termijn was overschreden. Er werd aangevoerd dat een medewerker van de Raad aan mr. Gerdes had medegedeeld dat de termijn op 3 augustus 2008 verliep, maar de Raad achtte dit niet aannemelijk. De Raad benadrukte dat van een professionele rechtsbijstandverlener mag worden verwacht dat deze zelf de termijnen in de gaten houdt.
De Raad concludeerde dat het verzet niet-ontvankelijk moest worden verklaard en zag geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier B.C. Rog, en werd openbaar uitgesproken op 6 januari 2009.