ECLI:NL:CRVB:2008:BG6506
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Ch. van Voorst
- M.C.M. van Laar
- P.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 november 2008 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 15 juni 2007. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. W.C. de Jonge, heeft verzocht om herziening op grond van evidente onjuistheid, foutieve uitleg van de eigen jurisprudentie en op grond van nieuwe feiten en omstandigheden. Het verzoek is ingediend tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Tijdens de zitting op 15 oktober 2008 is verzoeker niet verschenen, terwijl het Uwv zich liet vertegenwoordigen door W.L.J. Weltevrede.
De Raad overweegt dat herziening van een uitspraak alleen mogelijk is indien er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft vastgesteld dat er in het aanvullend verzoekschrift en de bijlagen geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid is aangetoond die aanleiding zou geven tot herziening. De Raad concludeert dat het verzoek om herziening moet worden afgewezen, omdat de door verzoeker gewenste hernieuwde discussie over de zaak niet kan plaatsvinden zonder nieuwe feiten.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met Ch. van Voorst als voorzitter en M.C.M. van Laar en P.J. Jansen als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier I.R.A. van Raaij.