ECLI:NL:CRVB:2008:BG6506

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
26 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-4207 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 november 2008 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 15 juni 2007. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. W.C. de Jonge, heeft verzocht om herziening op grond van evidente onjuistheid, foutieve uitleg van de eigen jurisprudentie en op grond van nieuwe feiten en omstandigheden. Het verzoek is ingediend tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Tijdens de zitting op 15 oktober 2008 is verzoeker niet verschenen, terwijl het Uwv zich liet vertegenwoordigen door W.L.J. Weltevrede.

De Raad overweegt dat herziening van een uitspraak alleen mogelijk is indien er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft vastgesteld dat er in het aanvullend verzoekschrift en de bijlagen geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid is aangetoond die aanleiding zou geven tot herziening. De Raad concludeert dat het verzoek om herziening moet worden afgewezen, omdat de door verzoeker gewenste hernieuwde discussie over de zaak niet kan plaatsvinden zonder nieuwe feiten.

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met Ch. van Voorst als voorzitter en M.C.M. van Laar en P.J. Jansen als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier I.R.A. van Raaij.

Uitspraak

07/4207 WAO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet op het verzoek om herziening van:
[Naam verzoeker], wonende te [woonplaats] (hierna: verzoeker),
van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 15 juni 2007 (05/3028 WAO),
in het geding in hoger beroep tussen:
verzoeker
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 26 november 2008
I. PROCESVERLOOP
Namens verzoeker heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 15 juni 2007 (05/3028 WAO).
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 oktober 2008. Verzoeker is niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door W.L.J. Weltevrede.
II. OVERWEGINGEN
1. Verzoeker heeft verzocht om “herziening op grond van evidente onjuistheid, foutieve uitleg van de eigen jurisprudentie en op grond van nieuwe feiten en omstandigheden”. Verzoeker is van mening dat zijn aanspraken bij de bestreden uitspraak niet naar behoren zijn erkend. De gronden van het verzoek zijn uiteengezet in het aanvullende verzoekschrift van
27 september 2007 en het daarbij overgelegde stuk van Instituut Psychosofia van 13 september 2007 met bijlagen.
2.1. De Raad overweegt dat de door de gemachtigde van verzoeker gewenste hernieuwde discussie over de betrokken zaak en de juistheid van de bestreden uitspraak niet kan worden gevoerd, tenzij sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.2. De Raad acht echter noch in het aanvullend verzoekschrift, noch in het stuk van Instituut Psychosofia van 13 september 2007, noch in de daarbij meegezonden stukken enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb gelegen. Daarom dient het verzoek om herziening te worden afgewezen.
3. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door Ch. van Voorst als voorzitter en M.C.M. van Laar en P.J. Jansen als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van I.R.A. van Raaij als griffier, uitgesproken in het openbaar op 26 november 2008.
(get.) Ch. van Voorst.
(get.) I.R.A. van Raaij.
JL