ECLI:NL:CRVB:2008:BG5037
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Herhaalde aanvraag om erkenning als burger-oorlogsslachtoffer en de territorialiteits-eis
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1933 in het voormalige Nederlands-Indië, beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat haar aanvraag om erkenning als burger-oorlogsslachtoffer afwees. De aanvraag was ingediend na een eerdere afwijzing om administratieve redenen. De Raad heeft vastgesteld dat appellante op het moment van de aanvraag in Spanje woonde, waardoor zij niet voldeed aan de territorialiteits-eis zoals vastgelegd in de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. De Raad heeft ook overwogen dat eerdere aanvragen van appellante op dezelfde grond zijn afgewezen, en dat zij geen rechtsmiddelen heeft aangewend tegen deze afwijzingen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen de wetsgeschiedenis en relevante jurisprudentie betrokken, waaronder uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. De Raad concludeert dat de wetgever de solidariteitsplicht jegens burger-oorlogsslachtoffers heeft willen beperken tot degenen die een band met Nederland hebben. De Raad oordeelt dat de eerdere afwijzingen van appellante niet herzien hoeven te worden, omdat wijzigingen in de rechtsopvatting niet automatisch leiden tot herziening van eerder genomen besluiten, tenzij er zeer bijzondere omstandigheden zijn. Aangezien appellante de eerdere afwijzingen niet heeft aangevochten, zijn er geen gronden voor vernietiging van het bestreden besluit.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond, en er zijn geen termen aanwezig voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan op 6 november 2008, en de beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.