ECLI:NL:CRVB:2008:BG3689
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.R. Geerling-Brouwer
- M. van Berlo
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor verhuis- en herinrichtingskosten op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft appellante, een vervolgde en uitgerechtigde in de zin van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Dit besluit, gedateerd 31 augustus 2007, weigerde de aanvraag van appellante voor een voorziening in de kosten van verhuizing van Amerika naar Nederland en van herinrichting. De Raad heeft op 23 oktober 2008 uitspraak gedaan in deze zaak.
Appellante, die psychische en rugklachten heeft die verband houden met haar vervolging tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië, heeft in februari 2007 een aanvraag ingediend. De reden voor de verhuizing was de wens om dichter bij haar zoon te wonen, die in Zwitserland verblijft. De Pensioen- en Uitkeringsraad heeft de aanvraag afgewezen, omdat er geen medische noodzaak was voor de verhuizing, noch een combinatie van klachten die de verhuizing wenselijk maakte.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellante en de medische adviezen van de Pensioen- en Uitkeringsraad in overweging genomen. De Raad concludeerde dat de psychische klachten van appellante niet medisch noodzakelijk waren voor de verhuizing. De wens om dichter bij haar zoon te wonen werd als een niet-medische overweging beschouwd. De Raad heeft de benadering van de verweerster gevolgd en het beroep ongegrond verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van medische noodzaak in het kader van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers en bevestigt dat niet alle persoonlijke wensen voor een verhuizing recht geven op financiële ondersteuning. De Raad heeft geen termen gezien om proceskosten te vergoeden, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op 23 oktober 2008.