ECLI:NL:CRVB:2008:BG0529
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- M.C.T.M. Sonderegger
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en medische beoordeling door het Uwv
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin het bezwaar tegen de herziening van haar WAO-uitkering ongegrond werd verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft op 3 oktober 2008 uitspraak gedaan. Appellante had een WAO-uitkering die oorspronkelijk was vastgesteld op een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%, maar deze werd per 1 november 2005 herzien naar een mate van 25 tot 35%. Het Uwv had dit besluit genomen na een herbeoordeling van de medische situatie van appellante.
Tijdens de zitting op 22 augustus 2008 was appellante niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. L. Smid. De Raad overwoog dat er geen nieuwe argumenten waren aangedragen in hoger beroep en dat de medische beoordeling door de verzekeringsartsen zorgvuldig was uitgevoerd. De Raad concludeerde dat er geen redenen waren om de medische component van de schatting voor onjuist te houden en dat de schatting van de arbeidsongeschiktheid geen gebreken vertoonde.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellante in staat was om de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, te vervullen. Het besluit van het Uwv om de WAO-uitkering te herzien werd daarmee bekrachtigd. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.