ECLI:NL:CRVB:2008:BF6687
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering kinderbijslag op basis van onderhoudseis en vermeende verkeerde voorlichting door de Sociale verzekeringsbank
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de aanvraag om kinderbijslag werd afgewezen door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellante had op 25 juli 2002 kinderbijslag aangevraagd voor haar drie kinderen die in Marokko verbleven. De Svb weigerde de aanvraag omdat appellante niet had aangetoond dat zij in belangrijke mate bijdroeg aan het onderhoud van de kinderen. De Svb stelde dat de onderhoudsbijdrage, die door de zus van appellante in Nederland was overgemaakt, niet door appellante zelf was gedaan en dat de bijdrage niet voldeed aan de onderhoudseis van € 1.158,-- per kwartaal.
Na bezwaar van appellante heeft de Svb op 24 november 2004 het bezwaar gegrond verklaard voor het derde kwartaal van 2002, maar het bezwaar voor de overige kwartalen ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het besluit van de Svb in stand gelaten, waarop appellante in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 21 augustus 2008 heeft appellante herhaald dat zij verkeerd was ingelicht door de Svb over de procedure en dat er afspraken waren gemaakt over de te betalen bijdragen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak op 2 oktober 2008 geoordeeld dat het hoger beroep niet kon slagen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellante niet had voldaan aan de onderhoudseis. De Raad kon niet vaststellen dat de Svb onjuiste informatie had verstrekt, en ook de gestelde toezeggingen van de Svb konden niet worden onderbouwd. De Raad concludeerde dat de in geding zijnde onderhoudsbijdragen onvoldoende waren om aan de eisen te voldoen.