ECLI:NL:CRVB:2008:BF5718
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Verjaring van financiële aanspraken op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 oktober 2008 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant, een erkende vervolgde, en de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerster van 24 augustus 2007, waarin zijn declaraties voor medische kosten, gemaakt tussen 1997 en 2001, werden afgewezen. Verweerster stelde dat de declaraties niet binnen de wettelijke termijn van vijf jaar na het maken van de kosten waren ingediend, en beroept zich op de rechtsregel dat vorderingen op de overheid na vijf jaar verjaren.
Tijdens de zitting op 21 augustus 2008 was appellant niet aanwezig, maar verweerster werd vertegenwoordigd door A.T.M. Vroom-van Berckel. Appellant voerde aan dat hij niet op de hoogte was van deze verjaringsregel en dat hij eerder wel declaraties had ingediend die ook betrekking hadden op kosten ouder dan vijf jaar, welke toen wel vergoed waren. De Raad overwoog dat de verjaringsregel van toepassing was en dat de ingediende declaraties ruimschoots na de vijf-jaar termijn waren ingediend. Er waren geen bijzondere omstandigheden die rechtvaardigden dat verweerster van het beroep op verjaring af moest zien.
De Raad concludeerde dat het bestreden besluit in rechte kon standhouden en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd er geen aanleiding gezien om proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor appellanten om tijdig hun aanspraken in te dienen en de gevolgen van verjaring bij financiële aanspraken op de overheid.