ECLI:NL:CRVB:2008:BF5200
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor uitkering als burger-oorlogsslachtoffer onder de Wet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 oktober 2008 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag van appellante om als burger-oorlogsslachtoffer in aanmerking te komen voor een periodieke uitkering onder de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (WUBO). Appellante, geboren in 1934 in Amsterdam, had in januari 2005 een aanvraag ingediend, die door de Pensioen- en Uitkeringsraad op 23 februari 2005 was afgewezen. De Raad heeft in een eerdere uitspraak van 26 oktober 2006 geoordeeld dat de verweerster ten onrechte geen historisch onderzoek had verricht naar de bombardementen in Londen, waar appellante tijdens de oorlog verbleef. De verweerster werd opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
In het thans bestreden besluit heeft de verweerster na nader onderzoek geconcludeerd dat appellante niet is getroffen door oorlogsgeweld zoals bedoeld in de Wet. Appellante heeft in beroep aangevoerd dat het appartementencomplex waarin zij woonde dichterbij het museum van Madame Tussaud lag dan verweerster had aangenomen en dat ook haar woning op enig moment was getroffen door een torpedobom. De Raad heeft echter vastgesteld dat uit historisch onderzoek blijkt dat het appartementencomplex redelijk ongeschonden is gebleven en dat de schuilkelders voldoende bescherming boden tegen de bombardementen.
De Raad heeft geconcludeerd dat er geen sprake was van directe betrokkenheid van appellante bij de bombardementen en dat er geen levensbedreigende omstandigheden zijn aangetoond. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard, en de Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer als leden, in aanwezigheid van griffier M. van Berlo.