ECLI:NL:CRVB:2008:BF3199
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- M.C.M. van Laar
- P.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Korting op WAO-uitkering wegens inkomsten uit hennepkwekerij en terugvordering onverschuldigd betaalde WAO-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin de rechtbank het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond heeft verklaard. Het Uwv had besloten om de WAO-uitkering van appellant te korten vanwege inkomsten uit arbeid, die verband hielden met een hennepkwekerij die in een door appellant onderverhuurde opslagruimte was geëxploiteerd. Appellant heeft in hoger beroep zijn eerdere gronden herhaald, waarbij hij stelde dat hij geen inkomsten uit de hennepkwekerij had ontvangen en dat hij de opslagruimte had onderverhuurd aan een onbekende man. Hij betwistte ook de onderzoeksbevindingen van Eneco Energie en de schatting van het aantal oogsten.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het aan appellant is om met overtuigende en verifieerbare gegevens aan te tonen dat hij niet betrokken was bij de hennepkwekerij en geen inkomsten heeft ontvangen. De Raad stelt vast dat appellant zijn standpunt niet met dergelijke gegevens heeft onderbouwd, en dat het bewijsrisico aan zijn kant ligt. De Raad wijst erop dat de uitspraak van de politierechter, die stelde dat appellant geen wederrechtelijk voordeel had verkregen, niet van invloed is op de bestuursrechtelijke procedure, waarin andere bewijsvereisten gelden.
Uiteindelijk concludeert de Raad dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met M.S.E. Wulffraat-van Dijk als voorzitter en M.C.M. van Laar en P.J. Jansen als leden, en is openbaar uitgesproken op 17 september 2008.