ECLI:NL:CRVB:2008:BF1835

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/3905 MAW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.A.A.G. Vermeulen
  • J.Th. Wolleswinkel
  • K.J. Kraan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen functietoewijzing en niet-ontvankelijk verklaring door rechtbank

Op 11 september 2008 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant tegen de Commandant Koninklijke Marechaussee. Appellant had eerder beroep ingesteld bij de rechtbank tegen de beslissing om hem de functie van [functie] toe te wijzen voor een periode van maximaal 36 maanden. Hij stelde dat deze functietoewijzing schadelijk was voor zijn loopbaan en leidde tot financiële schade. De rechtbank had het beroep van appellant echter ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij van mening was dat appellant zijn schade niet aannemelijk had gemaakt. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank een onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd. De omstandigheid dat appellant na 18 maanden een door hem gewenste functietoewijzing had gekregen, deed niets af aan zijn procesbelang. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en wees de zaak terug naar de rechtbank ’s-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd de Commandant Koninklijke Marechaussee veroordeeld in de proceskosten van appellant, die op € 39,96 werden begroot, en werd bepaald dat de Staat der Nederlanden het door appellant in hoger beroep betaalde griffierecht van € 214,- diende te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van het procesbelang van de appellant, ongeacht de uitkomst van de functietoewijzing na de periode van 18 maanden.

Uitspraak

CENTRALE RAAD VAN BEROEP
P R O C E S - V E R B A A L
van de mondelinge uitspraak op 11 september 2008 van de
meervoudige kamer
Zitting hebben: H.A.A.G. Vermeulen als voorzitter, J.Th. Wolleswinkel en K.J. Kraan als leden, in tegenwoordigheid van
K. Moaddine als griffier.
_____________________________________________________________
07/3905 MAW
Uitspraak op het hoger beroep van [Naam appellant], wonende te [woonplaats], (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 24 mei 2007, 06/4878, (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen appellant en de Commandant Koninklijke Marechaussee (hierna: commandant).
Het geding is behandeld ter zitting van 11 september 2008, waar appellant is verschenen en de commandant zich heeft laten vertegenwoordigen door mr. A.M. Rentema-Westerhof, werkzaam op het ministerie van Defensie.
De Raad:
De beslissing luidt:
Vernietigt de aangevallen uitspraak;
Wijst de zaak terug naar de rechtbank ’s-Gravenhage;
Veroordeelt de commandant in de proceskosten van appellant, begroot op € 39,96, te betalen door de Staat der Nederlanden;
Bepaalt dat de Staat der Nederlanden aan appellant het door hem in hoger beroep betaalde griffierecht van € 214,- vergoedt.
Deze beslissing is gebaseerd op de volgende overwegingen:
Appellant heeft bij de rechtbank beroep ingesteld tegen de gehandhaafde beslissing hem de functie toe te wijzen van [functie] gedurende (maximaal) 36 maanden. Daarbij heeft appellant onder meer gewezen op schade voor zijn loopbaan en financiële schade. De omstandigheid dat die functietoewijzing na 18 maanden is gevolgd door een door appellant gewenste functietoewijzing, doet niet af aan het procesbelang bij het door hem ingestelde beroep. Daaraan doet evenmin af dat appellant zijn gestelde schade - in de woorden van rechtbank - niet aannemelijk had gemaakt. Het andersluidend oordeel van de rechtbank hierover getuigt van een onjuiste rechtsopvatting (zie CRvB 9 december 2004, LJN AR7791). De rechtbank heeft appellants beroep dus ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
Waarvan proces-verbaal.
Utrecht, 11 september 2008.
(get.) K. Moaddine. (get.) H.A.A.G. Vermeulen.
Voor eensluidend afschrift
de griffier van de
Centrale Raad van Beroep
HD