ECLI:NL:CRVB:2008:BE9539
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van proceskosten en wettelijke rente over na te betalen kinderbijslag
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. H. Meerman, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch. De zaak betreft de intrekking van een beslissing op bezwaar door de Sociale verzekeringsbank (Svb) en de verzoeken van appellante om vergoeding van proceskosten en wettelijke rente over na te betalen kinderbijslag. De Svb heeft in april 2008 medegedeeld dat de beslissing op bezwaar van 1 juni 2005 was ingetrokken, waarna appellante haar hoger beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van kosten en rente.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de Svb door de intrekking van de beslissing op bezwaar tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. De Raad heeft vervolgens de Svb veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die zijn begroot op € 1.198,26, inclusief kosten voor rechtsbijstand en reiskosten. De Raad heeft ook geoordeeld dat appellante recht heeft op vergoeding van wettelijke rente over de na te betalen kinderbijslag, te rekenen vanaf het derde kwartaal van 2004.
De uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van griffier A. Badermann, en is openbaar uitgesproken op 28 augustus 2008. De Raad heeft de Svb veroordeeld tot betaling van de renteschade en de proceskosten aan appellante, waarbij de wettelijke rente wordt berekend op basis van de artikelen 6:119 en 6:120 van het Burgerlijk Wetboek. De Raad heeft ook opgemerkt dat appellante zich kan wenden tot de Svb voor vergoeding van het betaalde griffierecht.