ECLI:NL:CRVB:2008:BE2073
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Schoemaker
- B.J. van der Net
- G. van der Wiel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake dagloonberekening Werkloosheidswet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Breda, waarin de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde. Appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 29 november 2006, waarin hem met ingang van 12 juni 2006 een uitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW) werd verleend. De uitkering was gebaseerd op een dagloon van € 84,81. Appellant betwistte de motivering van de dagloonberekening en stelde dat de rechtbank het besluit had moeten vernietigen wegens een motiveringsgebrek.
Tijdens de zitting op 26 juni 2008 was appellant niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door drs. P.M. Klootwijk. De Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de gemachtigde van appellant op de hoogte was gesteld van de dagloonberekening en dat hij zich hierin kon vinden. De Raad oordeelde dat, hoewel het de voorkeur verdient om een dagloonberekening in het besluit op te nemen, in dit geval het gebrek aan motivering geen gevolgen had, gezien het contact tussen de gemachtigde en het Uwv en de eenvoudige aard van de berekening.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van appellant af. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 14 augustus 2008 door de Centrale Raad van Beroep, met R.C. Schoemaker als voorzitter en B.J. van der Net en G. van der Wiel als leden, in aanwezigheid van griffier A. Badermann.