ECLI:NL:CRVB:2008:BE0055
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.P.M. van de Kerkhof
- A.C. Palmboom
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een volledige WAZ-uitkering en de ingangsdatum daarvan
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 9 augustus 2006, waarin de rechtbank het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond heeft verklaard. Appellant, die als zelfstandig acquisiteur/agent werkzaam was, had op 25 april 2005 een aanvraag ingediend voor een uitkering op basis van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), waarbij hij aangaf sinds 1 januari 2004 volledig arbeidsongeschikt te zijn door gehoorproblemen. Het Uwv kende hem op 24 augustus 2005 een WAZ-uitkering toe met ingang van 30 december 2004, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.
Appellant maakte bezwaar tegen dit besluit, omdat hij meende dat zijn arbeidsongeschiktheid al eerder was ingetreden, namelijk op 1 januari 2003. Het Uwv wijzigde zijn besluit op 3 november 2005 en kende appellant een uitkering toe met ingang van 25 mei 2004, maar stelde de aanvraagdatum vast op 25 mei 2005, de datum waarop de aanvraag door het Uwv was ontvangen. De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht had gehandeld en dat appellant niet in verzuim was geweest, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum van de uitkering rechtvaardigden.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat hij niet op de hoogte was van de wettelijke bepalingen van de WAZ en dat hij door de terugwerkende kracht van slechts één jaar vijf maanden uitkering miste. De Centrale Raad van Beroep bevestigde het oordeel van de rechtbank en oordeelde dat onbekendheid met de wet geen bijzondere omstandigheid is die een eerdere ingangsdatum kan rechtvaardigen. De Raad verklaarde het hoger beroep ongegrond en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.