ECLI:NL:CRVB:2008:BD9717
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- K.J. Kraan
- A.A.M. Mollee
- Rechtspraak.nl
Strafontslag van politieambtenaar wegens betrokkenheid bij crimineel prostitutiemilieu
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een politieambtenaar die door de korpsbeheerder is ontslagen wegens plichtsverzuim. De Centrale Raad van Beroep heeft op 31 juli 2008 uitspraak gedaan in deze kwestie. De appellant, werkzaam bij de politieregio, was betrokken bij een strafrechtelijk onderzoek naar M, die verdacht werd van leidinggeven aan een criminele organisatie die zich bezighield met vrouwenhandel. Tijdens het onderzoek werd de stem van appellant herkend in een getapt telefoongesprek met M.
De korpsbeheerder had op 12 mei 2005 de disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag opgelegd, primair op grond van artikel 77 van het Besluit algemene rechtspositie politie. De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat appellant door zich herhaaldelijk in een crimineel prostitutiemilieu te begeven, een onaanvaardbaar risico nam dat zijn privé- en dienstbelangen in conflict zouden komen.
De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat appellant zich aan ernstig plichtsverzuim schuldig had gemaakt. De Raad stelde vast dat appellant, ondanks zijn vermoedens van illegale praktijken, contact bleef zoeken met M en dat hij zijn chef niet op de hoogte had gesteld van zijn vermoedens. Dit gedrag werd als onacceptabel beschouwd, gezien de hoge eisen die aan de integriteit van politieambtenaren worden gesteld. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat de opgelegde straf van ontslag niet onevenredig was.