ECLI:NL:CRVB:2008:BD9293
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- K.J. Kraan
- J.L.P.G. van Thiel
- Rechtspraak.nl
Terugvordering voorschotten en proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 8 maart 2007, waarin het beroep tegen een besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ongegrond werd verklaard. De appellant had voorschotbetalingen ontvangen van in totaal € 4.000,- in verband met een uitkering wegens ziekte. De minister had in een besluit op bezwaar van 16 juni 2006 de terugvordering van deze voorschotten gehandhaafd. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde. De Raad overwoog dat er geen aanleiding was om de minister te veroordelen in de proceskosten van de appellant, omdat het bestreden besluit voldoende gemotiveerd was en er geen verzoek om vergoeding van kosten was gedaan voordat de minister op het bezwaar had beslist. De Raad concludeerde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat er geen grond was voor een proceskostenveroordeling, en dat de motivering van het bestreden besluit niet pas tijdens de beroepsprocedure duidelijk was geworden voor de appellant.