ECLI:NL:CRVB:2008:BD7549
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- G. van der Wiel
- P.J. Stolk
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van premieberekening en correctienota's door de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 juli 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep van een appellant die in beroep was gegaan tegen een beslissing van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had eerder de bezwaren van de appellant tegen correctienota's van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond verklaard. De appellant, die een snackbar exploiteert in Amsterdam, had niet voldaan aan de verplichting om loonopgaven te doen aan het Uwv, zoals voorgeschreven in artikel 10 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV).
Het Uwv had correctienota's opgelegd over de jaren 2001 tot en met 2004, en de rechtbank oordeelde dat de premieberekening door het Uwv voldoende zorgvuldig was en voldeed aan de eisen van de rechtspraak. De rechtbank concludeerde dat de appellant niet was benadeeld in zijn procesbelang, aangezien hij over de relevante informatie beschikte voordat de hoorzitting plaatsvond. De rechtbank vond geen bewijs dat getuigen onder druk verklaringen hadden afgelegd, en oordeelde dat het Uwv bevoegd was om ambtshalve het verschuldigde bedrag aan premies vast te stellen.
In hoger beroep herhaalde de appellant grotendeels de grieven die eerder waren aangevoerd. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de overwegingen van de rechtbank en oordeelde dat de premies voor rekening en risico van de appellant moesten komen, gezien zijn verzuim om een juiste administratie te voeren. De Raad wees erop dat de appellant onvoldoende had onderbouwd dat de schatting van het Uwv onjuist was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.