ECLI:NL:CRVB:2008:BD4815
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. de Blaeij
- T.L. de Vries
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderbijslag onder de Algemene Kinderbijslagwet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 januari 2007, waarin het bezwaar van appellant tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) werd afgewezen. Appellant had in april 1999 verzocht om kinderbijslag voor zijn kinderen, geboren uit zijn eerste huwelijk, met terugwerkende kracht vanaf 1989. De Svb had in een eerdere beslissing op bezwaar van 20 december 2004 het bezwaar van appellant gedeeltelijk gegrond verklaard, maar had de aanvraag voor de overige kinderen en de volledige terugwerkende kracht afgewezen. Appellant maakte bezwaar tegen deze beslissing en stelde dat de Svb het bezwaarschrift als beroepschrift had moeten doorzenden naar de rechtbank.
Tijdens de zitting op 8 mei 2008 was appellant niet aanwezig, maar de Svb werd vertegenwoordigd door J.Y. van den Berg. De Centrale Raad van Beroep overwoog dat de Svb de besluitvorming had gesplitst en dat het bezwaar van appellant tegen de besluiten van 27 december 2004 ook betrekking had op het besluit van 20 december 2004. De Raad concludeerde dat de Svb het bezwaarschrift van appellant had moeten doorzenden naar de rechtbank ter behandeling als beroepschrift, omdat de termijn voor het instellen van beroep tegen het besluit van 20 december 2004 nog niet was verstreken.
De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit, verklaarde het inleidend beroep gegrond en veroordeelde de Svb in de proceskosten van appellant. De kosten voor rechtsbijstand in hoger beroep werden begroot op € 322,--, en de Svb werd ook verplicht om het betaalde griffierecht van € 142,-- aan appellant te vergoeden. Deze uitspraak werd gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van C. de Blaeij als griffier, op 19 juni 2008.