ECLI:NL:CRVB:2008:BD3972
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Toekenning van voorzieningen op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 juni 2008 uitspraak gedaan in het geding tussen appellant en de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerster van 23 augustus 2006, waarin zijn aanvraag voor voorzieningen op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 werd afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat appellant in november 2005 een aanvullende aanvraag had ingediend voor voorzieningen met terugwerkende kracht. Verweerster had deze aanvraag gedeeltelijk ingewilligd, maar de ingangsdatum van de voorzieningen vastgesteld op de eerste dag van de maand van indiening van de aanvraag. Appellant was het niet eens met deze ingangsdatum en stelde dat zijn eerdere aanvraag uit juni 2003 bepalend moest zijn voor de ingangsdatum van de voorzieningen.
Tijdens de zitting op 24 april 2008 heeft appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat, zijn standpunt toegelicht. Verweerster werd vertegenwoordigd door een medewerker van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De Raad heeft overwogen dat er geen medische noodzaak was om de ingangsdatum van de voorzieningen te vervroegen. De Raad concludeerde dat het bestreden besluit in rechte stand kon houden en verklaarde het beroep van appellant ongegrond. Tevens werd er geen aanleiding gezien om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt de regel dat voorzieningen ingaan op de eerste dag van de maand waarin zij zijn aangevraagd, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van deze regel rechtvaardigen. In dit geval was de Raad van oordeel dat dergelijke omstandigheden niet aanwezig waren, waardoor de beslissing van verweerster werd bevestigd.