ECLI:NL:CRVB:2008:BD3478
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.Th. Wolleswinkel
- R. Kooper
- O.J.D.M.L. Jansen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over vergoeding voor niet opgenomen vakantiedagen van een ambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die als commandant van de afdeling Politiediensten bij de Koninklijke Marechaussee werkzaam was. Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, die zijn beroep tegen een besluit van de Staatssecretaris van Defensie ongegrond had verklaard. De rechtbank had geoordeeld dat appellant geen recht had op vergoeding voor niet opgenomen vakantiedagen na zijn ontslag op 1 juni 2002, omdat hij zelf geen verlof had aangevraagd en de staatssecretaris niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor zijn beslissing om geen verlofdagen op te nemen.
Tijdens de zitting op 24 april 2008 heeft appellant, bijgestaan door zijn advocaat, zijn standpunt toegelicht. Hij voerde aan dat hij onheus was behandeld door de staatssecretaris en dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om zijn verlofdagen op te nemen. Appellant stelde dat zijn naam ten onrechte in diskrediet was gebracht door een onderzoek uit 2000, wat leidde tot zijn ziekmelding en uiteindelijk tot zijn ontslag. De Raad heeft echter vastgesteld dat appellant na zijn rehabilitatie in 2002 geen verzoek om verlof heeft ingediend, en dat de staatssecretaris niet verplicht was om hem tegemoet te komen in deze kwestie.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en dat de uitspraak van de rechtbank moet worden bevestigd. De Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met J.Th. Wolleswinkel als voorzitter en R. Kooper en O.J.D.M.L. Jansen als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 29 mei 2008.