ECLI:NL:CRVB:2008:BD3356
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- J.G. Treffers
- A.A.M. Mollee
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid door niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn beroep tegen een ontslagbesluit ongegrond werd verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft in een eerdere uitspraak het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant heeft hiertegen verzet aangetekend, stellende dat hij de eerste acceptgiro niet heeft ontvangen en enkel een aangetekende herinneringsbrief heeft gekregen.
De Raad overweegt dat volgens artikel 22, vierde lid, van de Beroepswet het niet tijdig voldoen van het griffierecht leidt tot niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep, tenzij er omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de indiener niet in verzuim is. De Raad concludeert dat de argumenten van appellant niet voldoende zijn om aan te nemen dat hij niet in verzuim is geweest. Appellant ontving op 27 augustus 2007 een uitnodiging om het griffierecht te voldoen, gevolgd door een aangetekende herinneringsbrief op 27 september 2007. De Raad stelt vast dat appellant geen gronden heeft aangevoerd die aantonen dat hij niet tijdig kon reageren op deze herinneringsbrief.
De Raad wijst erop dat de Procesregeling bestuursrechtelijke colleges 2006 appellant de mogelijkheid bood om het verzuim te herstellen, maar dat deze regeling geen aanspraak geeft op een extra herstelmogelijkheid na een aangetekende herinneringsbrief. Gezien deze overwegingen verklaart de Raad het verzet ongegrond en ziet hij geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 22 mei 2008.