ECLI:NL:CRVB:2008:BD3356

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/4791 AW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
  • J.G. Treffers
  • A.A.M. Mollee
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid door niet tijdig betalen griffierecht

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn beroep tegen een ontslagbesluit ongegrond werd verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft in een eerdere uitspraak het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant heeft hiertegen verzet aangetekend, stellende dat hij de eerste acceptgiro niet heeft ontvangen en enkel een aangetekende herinneringsbrief heeft gekregen.

De Raad overweegt dat volgens artikel 22, vierde lid, van de Beroepswet het niet tijdig voldoen van het griffierecht leidt tot niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep, tenzij er omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de indiener niet in verzuim is. De Raad concludeert dat de argumenten van appellant niet voldoende zijn om aan te nemen dat hij niet in verzuim is geweest. Appellant ontving op 27 augustus 2007 een uitnodiging om het griffierecht te voldoen, gevolgd door een aangetekende herinneringsbrief op 27 september 2007. De Raad stelt vast dat appellant geen gronden heeft aangevoerd die aantonen dat hij niet tijdig kon reageren op deze herinneringsbrief.

De Raad wijst erop dat de Procesregeling bestuursrechtelijke colleges 2006 appellant de mogelijkheid bood om het verzuim te herstellen, maar dat deze regeling geen aanspraak geeft op een extra herstelmogelijkheid na een aangetekende herinneringsbrief. Gezien deze overwegingen verklaart de Raad het verzet ongegrond en ziet hij geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 22 mei 2008.

Uitspraak

07/4791 AW
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[appellant], (hierna: appellant)
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 juni 2007, 07/2179 en 07/1814 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
GVB Exploitatie B.V. (hierna: GVB)
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 20 december 2007 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen voornoemde uitspraak heeft appellant verzet gedaan.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 april 2008. Namens appellant is verschenen mr. E.D. van Tellingen, advocaat te Almere. Het GVB heeft zich niet laten vertegenwoordigen.
II. OVERWEGINGEN
1. Appellant was aangesteld bij het voormalige gemeentelijke vervoerbedrijf van de gemeente Amsterdam. Bij besluit van 27 december 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders appellant bij wijze van straf ontslagen. De rechtbank heeft het beroep tegen dit besluit ongegrond verklaard. Bij de in rubriek I genoemde uitspraak heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Deze uitspraak berust hierop, dat het ingevolge artikel 22 van de Beroepswet verschuldigde griffierecht niet is ontvangen binnen de daartoe gestelde termijn.
2. In het verzetschrift en ter zitting van de Raad heeft de gemachtigde van appellant onder meer aangevoerd dat hij de eerste, niet aangetekend verzonden acceptgiro niet heeft ontvangen en dat hij enkel een aangetekend verzonden herinneringsbrief met betrekking tot het verschuldigde griffierecht heeft ontvangen. Volgens appellant is het ontvangen van één aanschrijving voor de betaling van het griffierecht in strijd met artikel 4, eerste lid, van de procesregeling van de Raad.
3. De Raad overweegt dat ingevolgde artikel 22, vierde lid, van de Beroepswet bij het niet tijdig voldoen van het griffierecht het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het beroep in verzuim is geweest. Hetgeen in het verzetschrift en ter zitting door appellant is aangevoerd kan naar het oordeel van de Raad niet worden aangemerkt als een omstandigheid op grond waarvan redelijkerwijs zou moeten worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest. De Raad stelt vast dat appellant voor het eerst bij brief van 27 augustus 2007 door de griffier is uitgenodigd het griffierecht binnen vier weken te voldoen. Vervolgens is deze uitnodiging bij aangetekend verzonden brief van 27 september 2007 herhaald. De tekst van deze herinneringsbrief is voldoende duidelijk. Appellant heeft geen gronden aangevoerd waaruit kan blijken dat hij geen tijdig gevolg kon geven aan deze herinneringsbrief. Met betrekking tot het beroep op de procesregeling van de Raad overweegt de Raad dat ingaande 1 januari 2006 de Procesregeling bestuursrechtelijke colleges 2006 in werking is getreden (Staatscourant 23 december 2005, nr. 250). In overeenstemming met artikel 7 van deze regeling is appellant de gelegenheid geboden het verzuim te herstellen. Anders dan appellant meent geeft deze regeling geen aanspraak op nog een herstelmogelijkheid na een aangetekend verzonden herstelverzuimbrief.
4. Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard.
5. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door G.P.A.M Garvelink-Jonkers als voorzitter en J.G. Treffers en A.A.M. Mollee als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.B. de Gooijer als griffier, uitgesproken in het openbaar op 22 mei 2008.
(get.) G.P.A.M. Garvelink-Jonkers.
(get.) M.B. de Gooijer.
HD