ECLI:NL:CRVB:2008:BD2755
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag tot erkenning als burgeroorlogsslachtoffer en beoordeling van invaliditeit
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 mei 2008 uitspraak gedaan in het beroep van appellant tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Appellant, geboren in 1930 in het voormalig Nederlands-Indië, had eerder een aanvraag ingediend om erkend te worden als burgeroorlogs-slachtoffer, welke aanvraag in 1994 was afgewezen. In juli 2006 diende hij opnieuw een aanvraag in voor een toeslag ter verbetering van zijn levensomstandigheden, omdat zijn psychische klachten waren verergerd. Deze aanvraag werd opnieuw afgewezen, wat leidde tot het onderhavige beroep.
Tijdens de zitting op 10 april 2008 werd de zaak behandeld. Appellant werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. J.C.M. van Berkel, terwijl de verweerster werd vertegenwoordigd door A.T.M. Vroom-van Berkel. De Raad heeft de argumenten van appellant, die stelde dat zijn beperkingen door psychische klachten waren onderschat, zorgvuldig gewogen. Er werd verwezen naar rapporten van psychiater F.M. Bos, die de ernst van de klachten en de impact op het dagelijks leven van appellant beschreef.
De Raad concludeerde dat de psychische klachten van appellant niet van ernstige aard zijn en dat de beperkingen in zijn dagelijks leven niet zodanig zijn dat er sprake is van invaliditeit in de zin van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. De Raad oordeelde dat de beoordeling van de mate van invaliditeit niet gebaseerd kan worden op lijdensdruk, maar op de ernst van de functionele beperkingen. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten vergoed.