ECLI:NL:CRVB:2008:BD2753
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Toekenning van toeslag op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogs-slachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft appellant beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij zijn aanvraag voor een toeslag op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogs-slachtoffers 1940-1945 werd afgewezen. De aanvraag was ingediend op 14 juni 2007, en betrof de toekenning van een toeslag met ingang van 1 augustus 2006. Appellant was eerder in maart 2005 al een aanvraag gestart, die was afgewezen omdat hij niet voldeed aan de eisen voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer. De Raad heeft op 10 augustus 2006 deze eerdere afwijzing bevestigd.
Tijdens de zitting op 10 april 2008 heeft appellant, bijgestaan door zijn gemachtigden, zijn standpunt toegelicht. Hij betoogde dat de ingangsdatum van de toeslag ten onrechte niet was vastgesteld op het moment van zijn eerdere aanvraag in 2005, en dat zijn psychische klachten, die verband houden met oorlogsgeweld, door de verweerster waren onderschat.
De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat de aanvraag van augustus 2006 als uitgangspunt moet worden genomen voor de ingangsdatum van de toeslag, omdat de eerdere aanvraag als afgedaan moet worden beschouwd. De Raad heeft vastgesteld dat verweerster discretionaire bevoegdheid heeft om af te wijken van de standaard ingangsdatum, maar dat in dit geval geen reden was om van deze bevoegdheid gebruik te maken. De Raad concludeert dat de eerdere afwijzing van de aanvraag niet op een onzorgvuldig medisch onderzoek was gebaseerd en dat er geen gronden zijn voor vernietiging van het bestreden besluit.
De uitspraak van de Raad is gedaan op 22 mei 2008, waarbij het beroep van appellant ongegrond werd verklaard. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor vergoeding van proceskosten.