ECLI:NL:CRVB:2008:BD1731
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Schoemaker
- B.J. van der Net
- G. van der Wiel
- Rechtspraak.nl
Weigering van WW-uitkering op basis van niet-verzekerd zijn ingevolge de WW en de afwezigheid van een gezagsverhouding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 mei 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WW-uitkering aan betrokkene, die als koordirigent werkzaam was bij een parochie. De appellant, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, had op 15 februari 2006 de WW-uitkering geweigerd op de grond dat betrokkene niet verzekerd was ingevolge de WW. Dit besluit werd na bezwaar door appellant gehandhaafd op 18 mei 2006. De rechtbank Arnhem heeft het beroep tegen het besluit van 15 februari 2006 gegrond verklaard en het besluit vernietigd, omdat appellant onvoldoende had aangetoond dat er geen gezagsverhouding bestond.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellant behandeld en vastgesteld dat zowel de parochie als betrokkene bij het aangaan van de overeenkomst de intentie hadden geen arbeidsovereenkomst te sluiten. Dit bleek uit het niet melden van betrokkene als werknemer en het niet inhouden van loonheffing en premies. De Raad oordeelde dat betrokkene niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat aan alle voorwaarden voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst was voldaan. De enkele aanwijzingen van de pastor over het repertoire waren niet voldoende om een gezagsverhouding aan te nemen.
De Raad concludeerde dat de rechtbank ten onrechte het beroep van betrokkene gegrond had verklaard en vernietigde de aangevallen uitspraak. De Raad verklaarde het inleidende beroep ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met R.C. Schoemaker als voorzitter en B.J. van der Net en G. van der Wiel als leden, in aanwezigheid van griffier A. Badermann.