ECLI:NL:CRVB:2008:BD1331
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluiten over huishoudelijke hulp en uitkeringen voor vervolgingsslachtoffers
In deze zaak heeft appellante beroep ingesteld tegen twee besluiten van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, genomen op 9 oktober 2006, ter uitvoering van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. De besluiten betroffen de berekening van uitkeringen en vergoedingen, waaronder een vergoeding voor huishoudelijke hulp. Appellante, geboren in 1938, is een vervolgde en uitkeringsgerechtigde die eerder een vergoeding voor huishoudelijke hulp had ontvangen. Deze vergoeding werd stopgezet in verband met de toekenning van een Persoonsgebonden Budget (PGB) voor huishoudelijke hulp. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen de berekeningsbeschikkingen van 31 mei 2006 en 31 juli 2006, waarin geen vergoeding voor huishoudelijke hulp was opgenomen. De verweerster verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat er geen nieuw besluit was genomen over de huishoudelijke hulp.
Tijdens de zitting op 20 maart 2008 is appellante niet verschenen, terwijl verweerster vertegenwoordigd was. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de berekeningsbeschikkingen geen nader voor bezwaar vatbaar besluit bevatten over de huishoudelijke hulp, aangezien de situatie niet was gewijzigd sinds de eerdere beschikking van 31 december 2005. De Raad concludeert dat de bestreden besluiten terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard en dat er geen grond is voor vernietiging van deze besluiten. De beroepen worden ongegrond verklaard en er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenvergoeding.
De uitspraak is gedaan door de voorzitter A. Beuker-Tilstra en de leden G.L.M.J. Stevens en C.G. Kasdorp, in aanwezigheid van griffier M. van Berlo, op 28 april 2008.