ECLI:NL:CRVB:2008:BC8424
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Ch. van Voorst
- J.F. Bandringa
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake sociale zekerheidswetgeving
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 april 2008 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 4 april 2007. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.C. de Jonge, heeft verzocht om herziening van de uitspraak die haar beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond verklaarde. De Raad had eerder de uitspraak van de rechtbank Dordrecht bevestigd, waarin het beroep van verzoekster tegen een besluit van het Uwv van 15 mei 2003 werd afgewezen.
Verzoekster stelde dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden. In haar verzoekschrift voegde zij een rapport van 5 juni 2007 van het Instituut Psychosofia toe, waarin zij betoogde dat de Raad zijn eigen jurisprudentie foutief had uitgelegd. De Raad heeft echter vastgesteld dat het rapport geen nieuwe feiten of omstandigheden bevatte die relevant waren voor de herziening, zoals vereist door artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met artikel 21 van de Beroepswet.
De Raad benadrukte dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, tenzij er daadwerkelijk nieuwe feiten of omstandigheden zijn die niet eerder bekend waren. Aangezien verzoekster geen nieuwe informatie had gepresenteerd die aan deze criteria voldeed, werd haar verzoek om herziening afgewezen. De Raad oordeelde ook dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van griffier M. Lochs en is openbaar uitgesproken.