ECLI:NL:CRVB:2008:BC7538
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Schoemaker
- B.J. van der Net
- G. van der Wiel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van boete en correctie door het Uwv inzake premieplichtig loon
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin een boete en correctie door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) zijn opgelegd. De zaak betreft betalingen die door appellante zijn gedaan, waarvan niet vaststaat dat deze buiten de sfeer van het premieloon liggen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 20 maart 2008 uitspraak gedaan.
De appellante, vertegenwoordigd door mr. drs. T.C. van Wagensveld, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank, die het bezwaar tegen de besluiten van het Uwv ongegrond had verklaard. De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht aannam dat de opgemaakte facturen geen weergave zijn van de werkelijkheid en dat er geen sprake was van uitbesteding van werkzaamheden, zoals door appellante gesteld.
De Raad heeft vastgesteld dat de bewijslast in deze zaak ligt bij het bestuursorgaan, dat moet kunnen aantonen dat de betalingen zijn gedaan aan personen die onder de premieplicht vallen. De Raad heeft geconcludeerd dat appellante niet in haar tegenbewijs is geslaagd. De facturen die ten grondslag lagen aan de correctie- en boetenota zijn aangemerkt als vals, en de Raad heeft geoordeeld dat de werkzaamheden feitelijk in een (fictieve) dienstbetrekking zijn verricht.
De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met R.C. Schoemaker als voorzitter en B.J. van der Net en G. van der Wiel als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier A. Badermann.