ECLI:NL:CRVB:2008:BC7511
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verklaring verzet inzake griffierecht in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 maart 2008 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep. Het hoger beroep was eerder, op 9 november 2007, niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was voldaan. Appellant, die zich in een moeilijke psychische situatie bevond, stelde dat hij door chaos en paniek in oktober 2007 was vergeten het griffierecht te betalen. Tijdens de zitting op 6 februari 2008 heeft appellant zijn situatie toegelicht, maar het Uwv was niet vertegenwoordigd.
De Raad overwoog dat de niet-ontvankelijkverklaring terecht was, omdat appellant niet had aangetoond dat hij niet in staat was het griffierecht te betalen. De Raad concludeerde dat appellant door het uitstellen van de betaling een risico had genomen dat voor zijn rekening kwam. De uitspraak van de Raad bevestigde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, en verklaarde het verzet ongegrond. De beslissing werd genomen door rechter Ch. van Voorst, in aanwezigheid van griffier E. de Bree, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.