ECLI:NL:CRVB:2008:BC6764

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
6 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-702 WUV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen berekeningsbeschikking van teveel betaalde toeslag voor ziektekostenpremies

In deze zaak heeft appellante beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat op 22 december 2006 is genomen. Dit besluit betreft de uitvoering van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Appellante is gelijkgesteld met de vervolgde en als zodanig uitkeringsgerechtigde ingevolge de Wet. Het bestreden besluit handhaafde een eerder genomen berekeningsbeschikking van 30 september 2005, waarin het bedrag van teveel aan appellante betaalde toeslag voor door haar betaalde premies ziektekostenverzekering voorlopig was vastgesteld. De voorlopige bijstelling van de periodieke uitkering was hierop gebaseerd. Appellante heeft aangevoerd dat zij met bankafrekeningen voldoende bewijs heeft geleverd voor de door haar betaalde premies. Echter, de Raad heeft vastgesteld dat de overgelegde bankafrekeningen niet ondubbelzinnig aantonen welke premies specifiek voor appellante zijn betaald, aangezien de bedragen gezinsbedragen zijn of betrekking hebben op andere familieleden. De Raad heeft appellante gevraagd om de polisbladen van de ziektekostenverzekering over te leggen, maar appellante heeft dit niet gedaan, met als reden dat het teveel werk is om deze gegevens te vinden. De Raad heeft deze reden als ondeugdelijk beschouwd. Gezien deze omstandigheden heeft de verweerster in redelijkheid mogen rekenen met de nominale ziektekostenpremies. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen grond is voor vernietiging van het bestreden besluit en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer als leden, en is openbaar uitgesproken op 6 maart 2008.

Uitspraak

07/702 WUV
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
[appellante], (hierna: appellante),
en
de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad (hierna: verweerster)
Datum uitspraak: 6 maart 2008
I. PROCESVERLOOP
Namens appellante is beroep ingesteld tegen het besluit van verweerster van 22 december 2006, kenmerk JZ/U80/2006 (hierna: bestreden besluit), genomen ter uitvoering van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (hierna: de Wet).
Verweerster heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 januari 2008. Appellante is daar niet verschenen, terwijl verweerster zich heeft laten vertegenwoordigen door J.J.G.A. Theelen, werkzaam bij de Pensioen- en Uitkeringsraad.
II. OVERWEGINGEN
1. Blijkens de gedingstukken is appellante gelijkgesteld met de vervolgde en als zodanig uitkeringsgerechtigde ingevolge de Wet.
2. Bij het, na bezwaar genomen, bestreden besluit heeft verweerster gehandhaafd het bij berekeningsbeschikking van 30 september 2005 over de jaren 2002 tot en met 2004 voorlopig vastgestelde bedrag van teveel aan appellante betaalde toeslag voor door haar betaalde premies ziektekostenverzekering en de daarop berustende voorlopige bijstelling van de periodieke uitkering. Hierbij is overwogen, kort gezegd, dat appellante de aan verweerster als betaald opgegeven premies niet met bewijsmiddelen heeft gestaafd, zodat uitgegaan dient te worden van de, lagere, nominale rekenpremie ingevolge de Ziekenfondswet.
3. In bezwaar en beroep heeft appellante aangevoerd dat met door haar overgelegde bankafrekeningen wel degelijk afdoende bewijs is geleverd.
4. De Raad overweegt terzake als volgt.
4.1. Ook de Raad heeft moeten vaststellen dat aan de overgelegde bankafrekeningen niet ondubbelzinnig kan worden ontleend welke ziektekostenpremie in de jaren 2002 tot en met 2004 specifiek voor appellante is betaald. De in die afrekeningen genoemde bedragen zijn gezinsbedragen dan wel hebben betrekking op een ander familielid. Daarom is namens verweerster terecht aan appellante gevraagd om de polisbladen van de ziektekostenverzekering, waarin de verschuldigde premies worden gespecificeerd, over te leggen. De door appellante opgegeven reden om die gegevens niet te verstrekken, inhoudende dat het teveel werk is om die bescheiden in een omvangrijke administratie op te zoeken, acht de Raad met verweerster ondeugdelijk. Onder deze omstandigheden heeft verweerster in redelijkheid mogen rekenen met de nominale ziektekostenpremies.
4.2. Gezien het vorenstaande bestaat voor vernietiging van het bestreden besluit geen grond.
5. De Raad acht, ten slotte, geen termen aanwezig om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht inzake een vergoeding van proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.J.H. van Baalen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 6 maart 2008.
(get.) A. Beuker-Tilstra.
(get.) M.J.H. van Baalen.
HD
11.02