ECLI:NL:CRVB:2008:BC5020
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- H.R. Geerling-Brouwer
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de berekening van de periodieke WUV-uitkering van een vervolgde uitkeringsgerechtigde
In deze zaak heeft appellante beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij uitvoering is gegeven aan de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Het betreft de juistheid van de berekening van de aan appellante toekomende periodieke WUV-uitkering. De uitspraak vond plaats op 14 februari 2008, na een zitting op 17 januari 2008, waar appellante niet aanwezig was. Verweerster werd vertegenwoordigd door mr. drs. K.J. den Oever.
Appellante heeft in beroep de juistheid van de berekening van haar periodieke uitkering niet langer bestreden, maar stelde dat verweerster onzorgvuldig had gehandeld door haar slechts een verkorte versie van de berekeningsbeslissing toe te sturen. Hierdoor zou appellante niet in staat zijn geweest om de juistheid van de berekening te controleren. De Raad oordeelde dat appellante de mogelijkheid had om verweerster om een nadere toelichting te vragen, maar dit niet heeft gedaan. In plaats daarvan heeft zij bezwaar gemaakt tegen de berekeningsbeslissing.
De Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht inzake proceskosten. De Centrale Raad van Beroep verklaarde het beroep ongegrond, en oordeelde dat de berekening van de periodieke uitkering correct was uitgevoerd. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter en H.R. Geerling-Brouwer en C.G. Kasdorp als leden. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, met M.J.H. van Baalen als griffier.