ECLI:NL:CRVB:2008:683

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 oktober 2008
Publicatiedatum
26 april 2013
Zaaknummer
08-2132 MAW, 08-2133 MAW en 2134 MAW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
  • J.G. Treffers
  • K. Zeilemaker
  • J.Th. Wolleswinkel
  • A. Beuker-Tilstra
  • G.L.M.J. Stevens
  • H.R. Geerling-Brouwer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om wraking van rechters in bestuursrechtelijke zaken

Op 16 oktober 2008 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaken 08/2132 MAW, 08/2133 MAW en 08/2134 MAW, waarin een verzoek om wraking werd afgewezen. De verzoeker, die in een bestuursrechtelijke procedure betrokken was, had aangevoerd dat de rechters onpartijdigheid niet konden waarborgen. Dit was gebaseerd op het feit dat dezelfde rechters eerder betrokken waren bij een uitspraak in een hoger beroep van de verzoeker op 20 maart 2008. De verzoeker stelde dat deze rechters niet objectief en rechtvaardig konden oordelen over zijn verzoek om herziening van die eerdere uitspraak.

De Raad overwoog dat volgens artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. Echter, de verzoeker had geen specifieke feiten of omstandigheden aangedragen die de onpartijdigheid van de rechters in deze zaak konden onderbouwen. De Raad benadrukte dat het in het algemeen niet bezwaarlijk is dat rechters die eerder een uitspraak hebben gedaan, ook zitting hebben in de kamer die het verzoek om herziening behandelt, mits aan de vereisten van artikel 8:88 van de Awb is voldaan.

De Centrale Raad van Beroep wees het verzoek om wraking af, omdat de verzoeker niet had aangetoond dat de rechters in kwestie niet onpartijdig konden oordelen. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit J.G. Treffers als voorzitter, K. Zeilemaker en J.Th. Wolleswinkel als leden, met K. Moaddine als griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, zoals vermeld in artikel 8:18, vijfde lid, van de Awb.

Uitspraak

Centrale Raad van Beroep
PROCES-VERBAAL
van de mondelinge uitspraak op 16 oktober 2008 van de
meervoudige kamer
Zitting hebben: J.G. Treffers, als voorzitter, K. Zeilemaker en J.Th. Wolleswinkel als leden, in tegenwoordigheid van griffier: K. Moaddine.
________________________________________________________________________

nr.: 08/2132 MAW, 08/2133 MAW en 2134 MAW

Uitspraak op het verzoek op grond van artikel 18 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van [verzoeker], wonende te [woonplaats], om wraking van A. Beuker-Tilstra, G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer als rechters in de gedingen 08/2132 MAW, 08/2133 MAW en 08/2134 MAW.

De Raad:

De beslissing luidt: Wijst het verzoek om wraking af.

Deze beslissing is gebaseerd op de volgende overwegingen:
Verzoeker heeft als motivering voor het verzoek om wraking aangevoerd dat de drie betrokken rechters deel hebben uitgemaakt van de meervoudige kamer van de Raad die de uitspraak op het hoger beroep van verzoeker van 20 maart 2008, 06/4469 MAW, 06/4470 MAW en 07/4983 MAW heeft gedaan, en ook deel uitmaken van de kamer die zich in de zaken 08/2132 MAW, 08/2133 MAW en 08/2134 MAW, geagendeerd ter zitting van 30 oktober 2008, zal buigen over het verzoek om herziening van verzoeker als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb van de voormelde uitspraak van 20 maart 2008. Naar zijn mening kunnen deze rechters zijn verzoek om herziening niet objectief en rechtvaardig beoordelen.
In artikel 8:15 van de Awb is bepaald dat op verzoek van een partij, elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden, waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Een wrakingsgrond dient gelegen te zijn in feiten of omstandigheden die betrekking hebben op (de persoon van) de rechter die een zaak behandelt.
De herziening als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb is een buitengewoon rechtsmiddel dat uitsluitend strekt tot een heroverweging van de uitspraak waarvan herziening is verzocht, op grond van nieuw gebleken feiten of omstandigheden. Slechts indien is voldaan aan alle vereisten die in artikel 8:88, eerste lid, van de Awb zijn gesteld, kan het middel met succes worden aangewend. Gelet op dit karakter en het toepassingsbereik van het rechtsmiddel van herziening is het in het algemeen niet bezwaarlijk dat een rechter die de uitspraak waarop het herzieningsverzoek betrekking heeft, heeft meegewezen, ook zitting heeft in de (meervoudige) kamer die het verzoek om herziening behandelt. Verzoeker heeft, naast argumenten van algemene aard, geen feiten of omstandigheden gesteld die toereikend zijn voor de slotsom dat de rechterlijke onpartijdigheid van elk van de drie betrokken rechters schade zou kunnen lijden.
Waarvan proces-verbaal
Utrecht, 20 oktober 2008
De griffier De fungerend voorzitter
(get.) K. Moaddine. (get.) J.G. Treffers.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open (artikel 8:18, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht)
HD
16.1