ECLI:NL:CRVB:2007:BB9348
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Toekenning van invaliditeitsuitkering ingevolge de AOR en de hoogte van het arbeidsongeschiktheidspercentage
In deze zaak heeft appellante beroep ingesteld tegen een besluit van de Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling (verweerster) van 19 februari 2007, waarin haar arbeidsongeschiktheidspercentage werd vastgesteld. Appellante, geboren in 1941 in het voormalige Nederlands-Indië, had in juni 2004 een aanvraag ingediend voor een invaliditeitsuitkering op basis van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR). In een eerder besluit van 23 september 2005 was appellante erkend als oorlogsslachtoffer, maar haar arbeidsongeschiktheidspercentage was vastgesteld op 30%. Na bezwaar werd dit percentage verhoogd naar 60%, gebaseerd op een medisch onderzoek door psychiater H.S.R. Witte, die concludeerde dat 75% van de invaliditeit voortkwam uit psychische problematiek gerelateerd aan oorlogservaringen.
Appellante was het niet eens met de vaststelling van het percentage en voerde aan dat verweerster de psychische problematiek niet als een geheel had beschouwd en dat het rapport van psychiater Witte onjuist was geïnterpreteerd. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat het besluit van verweerster goed onderbouwd was en dat de psychiater op juiste gronden had gehandeld. De Raad vond geen aanleiding om het standpunt van verweerster te betwisten en concludeerde dat de psychische problematiek van appellante niet volledig als oorlogsletsel kon worden aangemerkt.
De Raad wees het beroep van appellante af en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om verweerster te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 22 november 2007 door de Centrale Raad van Beroep, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer als leden. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, met M.J.H. van Baalen als griffier.