ECLI:NL:CRVB:2007:BB7743
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- G. van der Wiel
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, die op 21 september 2006 het beroep van de appellant ongegrond verklaarde. De appellant ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen had de bijstandsverlening per 10 januari 2006 beëindigd, omdat de appellant onjuiste en onvolledige inlichtingen had verstrekt over zijn woonadres. De appellant had zich op 28 december 2005 ingeschreven op een adres, maar uit onderzoek bleek dat hij daar niet daadwerkelijk woonachtig was. De sociale recherche had de appellant gevolgd en geconstateerd dat hij na zijn bezoeken aan de sociale dienst regelmatig naar Alphen aan den Rijn reisde, waar hij bij een vriendin van zijn moeder verbleef.
De rechtbank oordeelde dat de appellant zijn inlichtingenplicht had geschonden, omdat hij niet de juiste informatie had verstrekt over zijn woonadres. De Raad voor de Rechtspraak bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de appellant niet zijn hoofdverblijf had op het door hem opgegeven adres. De Raad stelde vast dat de inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) niet doorslaggevend was voor de vraag waar iemand zijn hoofdverblijf had. De Raad concludeerde dat het College terecht de bijstandsverlening had ingetrokken, omdat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden voor bijstandsverlening.
De uitspraak benadrukt het belang van het verstrekken van juiste en volledige informatie door de bijstandsontvanger en bevestigt dat de feitelijke woonsituatie bepalend is voor het recht op bijstand. De Raad achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.