ECLI:NL:CRVB:2007:BB6172
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering kinderbijslag op basis van onderhoudseis voor kinderen verhuisd naar Portugal
In deze zaak gaat het om de weigering van kinderbijslag door de Sociale Verzekeringsbank (Svb) aan appellante, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. Appellante had in september 2004 gemeld dat twee van haar vier kinderen naar Portugal waren verhuisd en verzocht om aangepaste kinderbijslag. Ze had [H.] gemachtigd om haar belangen te behartigen en een onderhoudsbijdrage van € 2.200,-- betaald aan de verzorger van de kinderen in Portugal. De Svb weigerde echter de kinderbijslag, omdat zij van mening was dat appellante niet in belangrijke mate had bijgedragen aan het onderhoud van haar kinderen.
De Svb handhaafde zijn besluit na bezwaar van [H.], en de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat appellante niet op een voor de Svb eenvoudig te controleren wijze had aangetoond dat zij aan de onderhoudseis had voldaan. De Raad oordeelde dat de betaling van [H.] niet als bijdrage van appellante kon worden beschouwd, omdat deze was gedaan vanuit zijn bankrekening. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was om de kosten van rechtsbijstand te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan door T.L. de Vries, met A.H. Polderman-Eelderink als griffier, op 6 september 2007. De Raad concludeerde dat appellante terecht geen recht had op kinderbijslag over het vierde kwartaal van 2004, omdat niet was aangetoond dat zij in belangrijke mate had bijgedragen aan het onderhoud van haar kinderen.