ECLI:NL:CRVB:2007:BB5126
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de vergoeding voor huishoudelijke hulp aan een burger-oorlogsslachtoffer
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 september 2007 uitspraak gedaan over de vergoeding van huishoudelijke hulp aan een appellante die als burger-oorlogsslachtoffer is erkend. De appellante had in 2003 aanspraak gemaakt op vergoeding van huishoudelijke hulp, maar de verlening van deze hulp werd stopgezet door de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De Raad had geoordeeld dat de hulp werd verleend door de inwonende dochter van appellante, en volgens het beleid van de verweerster komt hulp van inwonende gezinsleden niet voor vergoeding in aanmerking.
Tijdens de zitting op 16 augustus 2007 heeft de advocaat van appellante, mr. A. Bierenbroodspot, betoogd dat de dochter niet als gezinslid kan worden aangemerkt, omdat zij met haar eigen gezin een aparte wooneenheid binnen de woning van appellante bewoont. De verweerster, vertegenwoordigd door mr. T.R.A. Dircke, stelde echter dat er sprake is van één huishouding, omdat de dochter en haar gezin voorzieningen zoals sanitair en keuken delen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van de verweerster niet gevolgd. De Raad oordeelde dat de dochter van appellante, ondanks het delen van een voordeur en enkele voorzieningen, niet als inwonend gezinslid kan worden beschouwd, omdat zij een eigen gezin heeft. De Raad concludeerde dat de besluiten van de verweerster ondeugdelijk gemotiveerd waren en in strijd met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet in stand konden blijven. De Raad heeft de verweerster veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van appellante en heeft bepaald dat nieuwe besluiten moeten worden genomen met inachtneming van de uitspraak.