ECLI:NL:CRVB:2007:BB2367
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Schoemaker
- G. van der Wiel
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het dagloon in het kader van de Ziektewet en de rol van vakantiebonnen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, waarin het bezwaar van appellant tegen een besluit van het Uwv werd ongegrond verklaard. Het Uwv had op 30 juni 2005 het dagloon van appellant ingevolge de Ziektewet vastgesteld op € 87,74, inclusief 8% vakantietoeslag. Appellant was van mening dat het Uwv bij deze vaststelling geen rekening had gehouden met de vakantiebonnen die hij van zijn werkgever ontving. Hij stelde dat deze bonnen wel degelijk in aanmerking genomen moesten worden bij de berekening van zijn dagloon.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 14 augustus 2007 uitspraak gedaan in deze zaak. Tijdens de zitting op 3 juli 2007 was appellant vertegenwoordigd door zijn advocaat, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door een medewerker van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De Raad heeft in zijn overwegingen verwezen naar de eerdere uitspraak van de rechtbank en heeft geconcludeerd dat de argumenten van appellant in hoger beroep voornamelijk een herhaling waren van de grieven die eerder in de rechtbank waren aangevoerd.
De Raad heeft vastgesteld dat de overgelegde stukken onvoldoende steun bieden voor de stelling van appellant dat het Uwv een begunstigend beleid heeft gevoerd met betrekking tot het meenemen van vakantiebonnen in de berekening van het dagloon. De Raad heeft het beroep op het gelijkheidsbeginsel afgewezen en de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt de wettelijke bepalingen omtrent het dagloon en de vakantietoeslag, en bevestigt dat vakantiebonnen niet tot het dagloon ingevolge de Ziektewet behoren, zoals ook door de rechtbank was vastgesteld. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van de wet- en regelgeving rondom de Ziektewet en de interpretatie van het gelijkheidsbeginsel in dit kader.