ECLI:NL:CRVB:2007:BB2345
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van kinderbijslag wegens niet voldaan onderhoudseis
In deze zaak heeft appellante, die kinderbijslag heeft aangevraagd voor haar kinderen Müge, Halil, Aysenur en Arcan, in hoger beroep geprocedeerd tegen de Sociale Verzekeringsbank (Svb). De aanvraag voor kinderbijslag werd in eerste instantie geweigerd omdat de Svb van mening was dat appellante niet in belangrijke mate bijdroeg aan het onderhoud van haar kinderen, die in Turkije verbleven. De Svb had de weigering van de kinderbijslag in een eerdere beslissing op bezwaar bevestigd, waarbij werd gesteld dat de door appellante overgelegde betaalopdrachten en bankafschriften niet overeenkwamen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 2 augustus 2007 behandeld. Tijdens de zitting is appellante vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. T. Çatak, en een contactpersoon, M. Solmaz. De Svb werd vertegenwoordigd door mr. A. Marijnissen. De Raad heeft vastgesteld dat appellante geen betaalbewijzen heeft overgelegd voor de in geschil zijnde kwartalen en dat het aanbod om deze alsnog in te dienen te laat kwam. De Raad oordeelde dat appellante niet op een eenvoudige wijze kon aantonen dat zij in belangrijke mate bijdroeg aan het onderhoud van haar kinderen.
De Raad verklaarde het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk met betrekking tot het eerdere besluit van de Svb, omdat dit besluit inmiddels was vervangen door een nieuw besluit dat kinderbijslag voor een latere periode toekende. Het beroep tegen het nieuwe besluit werd ongegrond verklaard. De Svb werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten van appellante, die zijn vastgesteld op € 644,-, en moest ook het griffierecht van € 140,- vergoeden. De uitspraak werd gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van griffier A. Kovács.