ECLI:NL:CRVB:2007:BB0646
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.R. Geerling-Brouwer
- G.L.M.J. Stevens
- P.J. Stolk
- Rechtspraak.nl
Weigering van WUV-uitkering aan erkende vervolgde op basis van psychische klachten
In deze zaak heeft appellante beroep ingesteld tegen een besluit van verweerster, de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat haar aanvraag voor een periodieke uitkering op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (WUV) heeft geweigerd. De weigering was gebaseerd op het oordeel dat de psychische klachten van appellante, die in 1933 is geboren, niet hebben geleid tot een verminderd functioneren zoals bedoeld in artikel 7 van de WUV. Appellante had eerder al bijzondere voorzieningen gekregen, maar de gevraagde uitkering werd afgewezen op basis van medisch advies.
Tijdens de zitting op 31 mei 2007 heeft mr. J.C.M. van Berkel, advocaat van appellante, de argumenten toegelicht. Verweerster werd vertegenwoordigd door A.T.M. Vroom-van Berckel. De Raad heeft de medische adviezen van twee geneeskundig adviseurs van de Pensioen- en Uitkeringsraad in overweging genomen, die concludeerden dat de psychische klachten van appellante mild van aard zijn en geen significante beperkingen met zich meebrengen in haar dagelijks leven.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het bestreden besluit deugdelijk is voorbereid en gemotiveerd. De Raad heeft geen aanleiding gevonden om te twijfelen aan de juistheid van de medische adviezen en heeft vastgesteld dat de psychische klachten van appellante niet hebben geleid tot blijvende invaliditeit. De Raad heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan op 12 juli 2007 door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep.